Eric Leltz  RSS feed    

Politiestaat

Donderdag 03 oktober 2013

eric leltz

Gisteren was er veel ophef over het proefverlof van Volkert van der G. In mei 2014 heeft hij 2/3 van zijn strafmaat uitgezeten en in Nederland betekent dit dat de straf er dan ook op zit. Het is voor de gevangene dan goed om al vast te wennen aan de samenleving, vandaar het proefverlof. Tussen het begin van de gevangenisstraf en nu is er immers veel veranderd in de maatschappij. De raad van strafrechttoepassing gaf ook groen licht voor een proefverlof "omdat de kans op herhaling verwaarloosbaar is". Daarbij moet niet worden vergeten dat ook als het proefverlof niet doorgaat, de straf er sowieso in mei 2014 op zit. Dan heeft van der G. gewoon het recht op vrijheid. We praten dus over driekwart jaar eerder (proef)vrij of niet.

Het is in dit licht ongepast als de politiek zich gaat bemoeien met de vrijstelling. Ingrijpen in de afspraken die we met elkaar hebben gemaakt over de rechtspraak neigt naar een politiestaat waarbij emotie en willekeur de overhand nemen. In het geval van van der G. speelt natuurlijk de maatschappelijke onrust een rol. Die is door de impact van zijn daad vele malen groter dan die van menig andere gevangene die met proefverlof gaat. Maar dat betekent nog niet dat hij geen rechten heeft en wij ons niet aan onze eigen spelregels hoeven te houden. En ik begrijp best dat dit lastig is en ik begrijp ook dat er risico's aan zijn vrijlating verbonden zijn. Maar daar moet dan specifiek de aandacht op worden gericht. Dat past bij een volwassen rechtsstaat.

In feite vindt de discussie van nu zijn oorsprong in de strafmaat die destijds is opgelegd: 18 jaar waarvan dus effectief 12 jaar moet worden uitgezeten. Dit wordt door velen als veel te laag gezien. Dit werd destijds nog onderstreept door het Openbaar Ministerie die levenslang had geëist. Wellicht valt hieruit de les te leren dat de rechtelijke macht wat beter moet aanvoelen wat breed in de maatschappij leeft.

Een ambtenaar is niet te vertrouwen

Dinsdag 10 september 2013

eric leltz

Je zult maar (gemeente) ambtenaar zijn. Je kunt nog zo hard je best doen maar je doet het in de ogen van de inwoners niet snel goed. Dat knaagt. En ik heb slecht nieuws: het zal alleen maar erger worden.

De overheid wordt in sneltreinvaart een digitale overheid waarbij de communicatie zoveel mogelijk online zal worden afgehandeld. Dit is efficiënter, lees goedkoper, omdat inwoners dan meer zelf kunnen doen. Zo moeten sinds 1 juli 2010 nieuwe bestemmingsplannen digitaal toegankelijk zijn, moet vanaf 1 januari 2011 de gemeentelijke regelgeving online beschikbaar zijn en worden sinds 1 januari 2013 alle verkeersbesluiten in de digitale Staatscourant gepubliceerd. En vanaf januari 2014 moeten alle verordeningen digitaal bekend worden gemaakt. Daarnaast kunnen bijvoorbeeld verhuizingen en uittreksels uit de gemeentelijke basis administratie online worden doorgegeven c.g. aangevraagd. Maar de samenleving is zo complex geworden dat de geautomatiseerde systemen niet in alle situaties kunnen voorzien. Laat staan dat alle situaties vooraf afdoende zijn getest. En zo komt het dat de systemen niet altijd doen wat ze zouden moeten doen of erger foutieve informatie geven. En als de dienstverlening van de ambtenaar sterk afhankelijk is van computersystemen en deze systemen niet altijd doen wat wordt verwacht is het vertrouwen tussen inwoner en overheid direct in het geding.

Daarom rust een grote verantwoordelijkheid bij ontwerpers en testers van software. Ze dienen verder te kijken dan de techniek. Maar of ze hier ook altijd toe in staat zijn? Je hoeft er alleen maar het jaarverslag 2012 van de nationale ombudsman met de veelzeggende titel "mijn onbegrijpelijke overheid" bij te pakken en je beseft dat hier nog een wereld, vooruit een gemeente, valt te winnen.

Hoge winst, hoge premies

Zondag 21 april 2013

eric leltz

Zorgverzekeraar CZ heeft in 2012 €518 miljoen winst gemaakt. Topman Wim van der Meeren bracht het met trots. En terecht natuurlijk want welke topman is niet blij met een fraaie winst. Goed nieuws dus, maar wel voor de verzekeraar want de 3,5 miljoen verzekerden van CZ schieten er niets mee op. De verzekeringspremie gaat namelijk niet omlaag. Als argumenten voert CZ aan:

  • Verzekeraars moeten reserves opbouwen voor slechtere tijden
  • De winst kwam door een eenmalige beleggingsmeevaller van €183 miljoen
  • Er kunnen nog kosten komen omdat bijvoorbeeld ziekenhuizen laat declareren.

Dus de winst moet volgens de verzekeraar in reserve worden gehouden en kan zeker niet worden gebruikt voor premieverlaging. Het opgebouwde vermogen van CZ is inmiddels wel gegroeid tot bijna €2 miljard!

Sinds de invoering van het nieuwe zorgstelsel in 2006 zijn de premies bij de grote zorgverzekeraars (CZ, Achmea, Menzis, VGZ) met 20% gestegen. Dit komt volgens hen omdat de kosten van de zorg veel sterker zijn gestegen dan toen was voorzien. Maar laat CZ met zo’n enorme winst niet zien dat de kosten juist flink lager kunnen zijn? De prijzen van geneesmiddelen zijn in ieder geval gedaald en de verzekeraars kopen veel scherper in. Waarom zien de verzekerden dit dan niet terug in hun premie?  

Intussen voelt de CZ topman zich te kort gedaan gezien zijn uitspraak “Lukt het om de kosten van de zorg omlaag te drukken is het weer niet goed”. Het toont de intern gerichtheid van CZ waarbij het drukken van de kosten een doel op zichzelf is. Het omlaag halen van de kosten heeft natuurlijk een doel: het goedkoper maken van de zorg voor de verzekerden. Dat lijkt CZ even uit het oog te hebben verloren. CZ stuurt als een intern gerichte organisatie: eerst op efficiency, daarna op effectiviteit.

De winst had trouwens nog hoger kunnen zijn, maar daar horen we CZ niet over. De topman had ook genoegen kunnen nemen met een normaal salaris. Van der Meeren verdient €418.000. Maar daar staat wel tegenover dat CZ "niet aan bonussen doet". Ja, makkelijk gezegd, die bonussen zitten dus al verwerkt in het salaris!

Vertrouwen

Zondag 14 april 2013

eric leltz

Deze week riep premier Rutte ons op om vooral niet somber te zijn. De bezuinigingen kunnen (ineens) even wachten en we moeten ons geld maar uitgeven. We mogen wat hem betreft wel wat meer vertrouwen hebben in de economie.

Nu is "de economie" een containerbegrip. De economie bestaat uit actoren als consumenten, (semi-) overheid, producenten en dienstverleners. Vertrouwen in de economie is dus terug te voeren in vertrouwen in deze actoren. Maar daar is in de afgelopen jaren juist onder de vlag van het liberalisme het een en ander misgegaan. De voorbeelden zijn ruim voorhanden: de banken, de scholengemeenschappen, de voedselindustrie. Daar heeft het vertrouwen van de consument een flinke knauw gekregen. Ook het kabinet heeft hier haar steentje aan bijgedragen. Door snel terug te komen op het eigen regeerakkoord met de inkomensafhankelijke zorgpremie, het woonakkoord en de langstudeerboete, toont ze weliswaar aan over een flexibele geest te beschikken maar het laat ook een beeld van instabiliteit achter. Juist dat maakt consumenten onzeker en zorgt dat ze even wachten voor ze hun geld uitgeven.

Met het deze week gesloten sociaal akkoord hoopt het kabinet op een ommekeer. Duidelijkheid over het ontslagrecht en de duur van de uitkering bij werkloosheid, geeft een mate van werkzekerheid. Dit kan een begin van het herstel van vertrouwen zijn omdat er minder noodzaak is om reserves te handhaven of op te bouwen. In dat licht is de opmerking van premier Rutte wel te begrijpen.

Archief



Rubrieken