Eric Leltz  RSS feed    

Het winkelgebied in Ede centrum

Donderdag 30 augustus 2007

Zo nu en dan worden informatieve bijeenkomsten gehouden door het college om de raad bij te praten over een bepaald onderwerp. Hiermee geeft het college inzicht in waar ze mee bezig is en wordt voorkomen dat pas vlak voordat een besluit moet worden genomen de raad in kennis wordt gesteld van de stand van zaken. Een zeer lovenswaardig streven. De bijeenkomsten zijn openbaar en worden dan ook aangekondigd op de gemeentepagina in Edestad. Vanmiddag ging het over de her ontwikkelingen in het winkelgebied in Ede centrum en dan vooral het Groenwoudt complex. De naam stamt uit de tijd dat de winkelketen Groenwoudt in een deel van het gebied zat maar het complex omvat ook de ruimtes waar nu de HEMA en de Rabobank zitten. Dit gebied grenst aan het kerkplein en met name uit de hoek van de christelijke partijen CDA en Christen Unie kwam nog al wat verzet over het mogelijk verdwijnen van het uitzicht op de Oude Kerk. Architect Soeters stak een verhaal af over de visie van waaruit hij het ontwerp voor het gebied heeft gemaakt. In deze visie past het om niet in gebouwen te denken. Meestal wordt dit echter wel gedaan. Het gebouw staat dan centraal maar conflicteert met de omgeving. Misschien nog niet meteen bij in gebruik name maar wel op termijn als de smaken veranderen. Het gaat volgens de architect meer om het harmonisch geheel in de tijd en gebouwen moeten dan minder uitgesproken zijn. Hij gaf twee voorbeelden van stadse architectuur: Saint Die en Parma. De eerste stad is ontworpen voor het autoverkeer, de tweede voor de voetganger. Bij de eerste stad kun je vanuit het centrum zo snel mogelijk weg maar bij de tweede stad wil je zo lang mogelijk blijven. Om dit voor elkaar te krijgen moet de voetganger eigenlijk steeds een klein stukje van de stad zien. Stap voor stap geeft de stad zich prijs. De stad ontrolt zich als het ware als een film uit de jaren dertig. Dit bereik je door hoekjes en poortjes van waar achter je telkens een nieuw stukje stad ziet. Vandaar dat je de Oude Kerk in zijn visie ook niet vanuit ieder punt in zijn geheel hoeft te zien. Mij maakt het allemaal niet veel uit hoe het er uit ziet. Voor ieder ontwerp is wel iets te zeggen en smaken verschillen. En mijn smaak moet vooral niet leidend te zijn. Maar waar ik me wel zorgen over maak is dat deze architect een totaal andere visie heeft dan de architect die de vorige fase van het centrum onder de loep heeft genomen. Zijn inzichten staan dan ook soms haaks op het stedebouwkundig plan. Dat kwam mooi tot uitdrukking toen een gevel waar de raad 5 jaar geleden nog trots op was nu door de heer Soeters werd weggezet als “foei lelijk”. Als raad moeten we toch veel meer de lange termijn in de gaten houden. Boven de winkels op de begane grond komen appartementen, soms drie, soms vier woonlagen. Onder het complex komt een parkeerkelder die op termijn wordt verbonden met de parkeerkelder onder de Achterdoelen. Punt van zorg is ook nog dat de onderhandelingen met de eigenaren van de gebouwen van de Hema en de Rabobank nog niet zijn afgerond. Hier heeft de gemeente nog wel enige speelruimte omdat de uitvoering van het plan in het najaar start met het gedeelte waar de winkelketen Groenwoudt zat.

Zorgen om de thuiszorg

Woensdag 29 augustus 2007

Vandaag stond zowel in Edestad als in de Gelderlander dat de inwoners van Ede zonder thuiszorg komen te zitten omdat zorgverlener Opella haar afspraken niet kan nakomen. Deze problemen laten maar weer eens zien dat de politiek zich bij aanbestedingen niet alleen druk moet maken of de juiste Europese aanbestedingsprocedures wel zijn gevolgd maar dat het nog belangrijker is of in de uitvoering de gewenste kwaliteit wordt geleverd. De uitvoering van de WMO door zorgverlener Opella geeft problemen. En dan komen ze met een ingewikkeld verhaal dat ze medewerkers tekort komen omdat er meer mensen dan verwacht gebruik maken van eenvoudige diensten. Goed nieuws zou je zeggen want er is dus werk genoeg. Maar voor dat werk zijn minder gekwalificeerde medewerkers nodig en de meer gekwalificeerde medewerkers, die Opella wel in dienst heeft, willen dit werk niet doen omdat het minder betaalt. Daar zit dus de kneep. Je hebt dus gewoon als bedrijf een verkeerde inschatting gemaakt. Dat heet ondernemersrisico. En dan moet je sportief zijn en je verlies nemen. En dan ga je nadenken over de oplossingen. Bijvoorbeeld door je medewerkers beter te betalen, of door mensen in te huren of door het werk uit te besteden. Maar nee, Opella gaat bij de gemeente zeuren om meer geld. Maar zo werkt dat natuurlijk niet. De uitvoering van de WMO is destijds aanbesteed en hiervoor heeft Opella een offerte ingediend. En de bedragen in deze offerte zijn door het management van Opella niet zomaar uit de duim gezogen. We mogen er van uitgaan dat het management hier zijn bedrijfskundige kennis op heeft losgelaten. En deze offerte is door de gemeente geaccepteerd. En dan heb je een overeenkomst die je vervolgens dient uit te voeren. Dan past het niet om nu te komen zeuren om meer geld. Dat is onprofessioneel en het laat zien dat Opella als organisatie nog lang niet klaar is om mee te doen in het spel dat marktwerking heet. Wat we hier zien is het gevolg van de introductie van de marktwerking. Marktwerking leidt in de praktijk tot meer kostenbesparing in plaats van het verhogen van de kwaliteit. Te vaak wordt bij de aanbesteding alleen gekeken naar de financiële kant van de zaak. In de raad heb ik hier al een keer over gesproken. Ik noemde dit toen eendimensionaal management. De tweede dimensie, die van kwaliteit, wordt snel vergeten. Bedrijven schrijven zo scherp mogelijk in om maar vooral een opdracht niet mis te lopen want zo hoorde ik een directeur van een zorgverlener zeggen: “Als je nu niet kunt meedoen, sta je mogelijk een paar jaar buitenspel. Dat kan gewoon niet als je bedenkt dat straks meer delen van de AWBZ naar de WMO gaan. Daarom hebben we laag ingezet op de prijs.” Maar in de uitvoering kunnen ze niet altijd alles waar maken wat beloofd is. Althans niet tegen de prijs die geoffreerd is. En dan wordt snel ingeleverd op kwaliteit. Je ziet dit ook bij de aanbesteding van het openbaar vervoer. Zo was de provincie Gelderland zo slim om bij de aanbesteding van de Valleilijn een boeteclausule in het contract met Connexxion op te nemen zodat ze druk op de ketel kon zetten. Op deze wijze heeft zij Connexxion gedwongen om zich aan het contract te houden. In het contract tussen de gemeente en Opella ontbreekt een dergelijke clausule. Toch kan een gemeente zich niet verschuilen achter het dogma “contract is contract”. Een gemeente moet er wel staan voor haar inwoners. Je kunt hen niet in de kou laten staan. En als de leverancier, in dit geval de zorgverlener, niet kan bieden wat ze heeft beloofd dan moet je dus maatregelen nemen. En dan kun je daar best nog een keer met elkaar over praten maar niet al te lang. Kan het niet goedschiks door te overleggen dan moet het maar kwaadschiks. En dan past een gang naar de rechter om het contract te ontbinden. Andere zorgverleners staan te trappelen om het vrijgekomen werk over te nemen. We leren maar weer dat bij de aanbesteding de gemeente de kwaliteit als vertrekpunt moet nemen en niet een besparing op de kosten leidend moet zijn. De praktijk is echter dat gemeenten bij aanbestedingen vaak kiezen voor de goedkoopste optie. En dit blijkt niet altijd de beste oplossing te zijn. Vooral bij de thuiszorg komt daar nog bij dat je het wel hebt over mensen die afhankelijk zijn van hulp. Hun vaste zorgverlener is hun vertrouwenspersoon. Dan dient de kwaliteit een issue te zijn. De trots van het edese college dit voorjaar dat ze miljoenen hebben bespaard op de aanbesteding van de WMO is dan ook volkomen misplaatst als niet tegelijkertijd ook de kwaliteit van de zorg minstens gehandhaafd blijft.

Geplaatst in WMO | Er zijn geen reacties

De raadswerkgroep Programmabegroting

Donderdag 23 augustus 2007

Om klokslag 8.30 uur begon de raadswerkgroep Programmabegroting. Belangrijk agendapunt is het concept programmaplan. Met dit plan in de hand kan de Raad de cyclus van perspectiefnota, begroting en jaarrekening beter volgen. Voor ieder programmaplan is opgenomen wat in het convenant is beschreven, dus wat we van plan zijn om te doen. Vervolgens worden deze doelen expliciet gemaakt inclusief indicatoren en wordt ook aangegeven wat doorvoor moet worden gedaan. Dit gaat aan de hand van de vragen:

  • Wat willen bereiken?
  • Wat gaan we daarvoor doen?
  • Wat gaat het kosten?

Het concept is nog wat onevenwichtig. Het ene plan is wat beter uitgewerkt dan het andere. Voor mij is dat echter geen punt. Laten we gewoon hiermee starten en gaandeweg de punten verfijnen. Ga je pas beginnen nadat je eerst alles op een rijtje hebt gezet, dan kan het allemaal nog lang duren is mijn gedachte. Een ander punt is dat we elkaar en het college ook weer niet tot achter de komma moeten afrekenen op het behalen van de indicatoren. Dat gevaar is bij het opnemen van indicatoren echter wel aanwezig.

Vandaag ontving ik ook een antwoord op mijn vragen aan het college over het optreden van circus Colombaro. Er is hiervoor geen vergunning aangevraagd en dit had wel moeten worden gedaan. En als dit was gedaan dan was het geweigerd omdat het bestemmingsplan voor de locatie dergelijke activiteiten niet toestaat. Op basis van het bestemmingsplan mogen alleen activiteiten voor campinggasten plaatsvinden en dus niet voor publiek van buitenaf. Het circus zal er schriftelijk op worden gewezen dat een vergunning vereist is indien het in Ede een voorstelling geeft. Als het circus toch zonder vergunning een optreden verzorgt, zal een boete worden opgelegd.

Na het zomer reces

Maandag 13 augustus 2007

Na een paar weken rustig aan te hebben gedaan pak ik vandaag mijn politieke leven weer op. De afgelopen drie weken heb ik veel gereisd, veel indrukken opgedaan maar ook veel politieke stukken gelezen. En dan met name over de landelijke en de wereldpolitiek. Zo heb ik met veel plezier het rapport “De scherven opgeveegd” van de commissie Vreeman gelezen, waarin de problemen waarin de PvdA in de aanloop van de verkiezingen in terecht is gekomen worden geanalyseerd. En ook mijn eigen partij deed aan zelfonderzoek in het rapport “Scoren in de linkerbovenhoek”. Zeer herkenbaar worden daarin de dilemma’s beschreven waar GroenLinks in vastzit. Zowel bij de PvdA als bij Groenlinks is de verstikking van het vasthouden aan de ideologie een reëel gevaar voor stilstand. Het is in mijn ogen de dood in de pot voor politieke partijen als ze niet flexibel mee kunnen bewegen met de samenleving. En daar hoort het constant tegen het licht durven houden van de eigen waarden bij. Maar leg dan maar eens uit dat je toch ook wil vasthouden aan je idealen. Het wetenschappelijk bureau van GroenLinks geeft een handreiking voor een nieuw perspectief in het boek “De tijd vooruit” over de modernisering en de politieke positie van GroenLinks. Het boek is een hart onder de riem en voelt als een warme arm om mij heen. Ik sta niet alleen in de wens tot vernieuwing. Van het PvdA tweede kamerlid Mei Li Vos heb ik het boek “Het arbeidersparadijs” gelezen. Het gaat over de vraag wat werk voor mensen betekent en in het verlengde hiervan over het spanningsveld tussen de behoefte aan flexibiliteit en sociale zekerheid. En om het geheel in wereldse perspectief te plaatsen heb ik de boeken “I owe You” van Noreena Hertz en “Vijf voor twaalf” van Jean-Francois Rischard gelezen. Beide boeken gaan over de wereldproblemen. Het eerste over de groeiende internationale schuldenlast, het tweede over problemen op het gebied van milieu, armoede, vredeshandhaving en migratie. De vergaarde kennis ga ik combineren met mijn kennis over organisatiekunde. En dat hoop ik weer te kunnen gebruiken in de dagelijkse edese praktijk.

Na thuiskomst las ik in de krant dat het circus Colombaro is neergestreken op een camping in Harskamp. Dit circus heeft wilde dieren als zebra’s, kamelen en een (1) olifant. Helaas was de voorstelling al afgelopen vrijdag. Contact met de gemeente leerde mij dat er geen vergunning is aangevraagd door de campingeigenaar. Maar dit had dus wel moeten worden gedaan. En dan was het nog maar de vraag of de vergunning zou zijn verleend. Ik ga hiermee aan de slag. In de vakantie attendeerde Marije Eleveld van de PvdA mij erop dat op de site van het ministerie van LNV een concept Dierenwelzijnnota stond en dat tot medio augustus hier commentaar op kan worden geleverd. De nota viel tegen. Het was meer een raamwerk dat verder moet worden ingevuld. Hoe dat dan gaat gebeuren stond er niet bij. Toch heb ik maar wel een korte reactie gegeven.

 

Archief



Rubrieken