Eric Leltz  RSS feed    

Nota Wonen en het raadsonderzoek naar de situatie rond camping De Dikkenberg

Woensdag 20 juni 2007

Deze week houdt de politiek mij weer flink van de straat. Vandaag een extra commissie vergadering Ruimtelijke Ontwikkeling. De oorspronkelijk commissie vergadering stond vorige week gepland maar toen hebben we alleen gesproken over Ede oost. Nu dan de reguliere onderwerpen. De meest relevante onderwerpen waren de Nota Wonen en het initiatiefvoorstel van Gemeentebelangen voor een raadsonderzoek naar de situatie rond camping De Dikkenberg. De Nota Wonen is op zich een goed stuk maar mag wel wat meer ambitie tonen. We hadden ook nog een aantal vragen. Deze gingen over de 30/30/30 verdeling. Dit staat voor het bouwen van 30 % goedkope woningen, 30 % middenklasse woningen en 30 % duurdere woningen. Maar dit geldt niet per bouwproject maar voor de totale woonproductie. Maar, was mijn stelling, dan is het wel goed om hier een termijn aan te verbinden. Want anders kun je altijd zeggen dat je “op termijn” aan de afspraak zal voldoen. Andere vragen gingen over de visie van het college over faciliterend grondbeleid. Tot nu toe voert de gemeente een actief grondbeleid waarmee aankoop van zoveel mogelijk grond wordt bedoeld. Uit recent onderzoek van het sociaal planbureau naar de grondmarkt wordt duidelijk dat dit enorme financiële risico’s met zich meebrengt en dat faciliterend grondbeleid beter is. De grondexploitatiewet past hier ook uitstekend bij. De wethouder wekte niet de indruk dat hij zich verdiept had in de voor en nadelen van faciliterend grond beleid. Verder mag in het stuk best wel scherper worden geformuleerd wat de gemeente, andere overheden, wooncorporaties en marktpartijen van elkaar kunnen verwachten. Naast het uitspreken van de verwachtingen is een volgende stap om je hieraan te houden. Dit kan eenvoudiger door de verwachtingen nader te specificeren in haalbare en specifieke doelen. Met het initiatiefvoorstel van de Dikkenberg kwam het monisme weer in de raadszaal. Alle collegepartijen waren tegen een onderzoek, alle oppositiepartijen waren voor. Op zaterdag 6 maart ben ik op bezoek geweest bij deze camping. Zie ook mijn weblog van die datum. Wat ik toen zag gaf mij al een slecht gevoel over de hele situatie en de al dan niet illegale praktijken. De eigenaar lijkt de gemeentelijke regels aan zijn laars te lappen. Juist in de week van mijn bezoek had de gemeente ook ingegrepen door een door de eigenaar aangelegde omheining weer weg te halen. Het antwoord van de wethouder op een simpele vraag van mij over een juist deze week verleende vergunning aan de eigenaar nadat hier nota bene al twee jaar over is gesproken, gaf mij het beeld dat dit uiterst gevoelige materie is. Het bevestigde mijn beeld dat hier een onderzoek moet worden ingesteld. We hebben dit voorstel dan ook van harte gesteund. Helaas haalde het voostel het niet in de huidige opzet. Het wordt nu aangepast zodat eerst een voorbereidingscommissie aan de slag gaat.

Op de fiets door Ede noord

Zaterdag 16 juni 2007

De afdeling landschapsbeheer van de gemeente Ede had de raadsleden vandaag uitgenodigd voor een fietstocht door het noordelijke buitengebied. Een achttal raadsleden had hier gehoor aan gegeven en zo stonden we om 14.00 uur bij Huize Kernhem. Een tocht van ongeveer 20 kilometer bracht ons eerst langs de wijk Kernhem. De daar aanwezige ecozone is aangelegd om het verlies van de voorafgaand aan de bouw aanwezige natuurwaarden te compenseren. Water, strijkgewas en kruidenrijke ruigten maken deel uit van de zone. Daarom is de zone een eldorado voor zangvogels, vleermuizen, dagvlinders en andere insecten. De bestaande landschapselementen zijn onderdeel van de woonwijk geworden. Zo bevinden de houtwalstructuren zich midden in de wijk. Ook bij de bouw van de naastgelegen wijk B zal op deze wijze rekening worden gehouden met de bestaande natuur. Op de fietsroute werd duidelijk dat de A30 een barrière vormt tussen Kernhem B en het gebied richting Veenendaal en de toekomstige recreatieplas. Een fietsbrug is dan eigenlijk een noodzaak. Voor kleine zoogdieren als das, egel, bunzing, konijn, haas, wezel en hermelijn zijn overigens tussen Ede en Lunteren onder de A30 door al 8 faunatunnels aangelegd. Zo kunnen de dieren de barrière A30 nemen. De weg zelf is helemaal afgerasterd zodat de dieren niet op de weg kunnen komen. Voor de aanleg van de A30 zijn destijds 2000 (!) bomen gekapt. Daarvoor in de plaats is aan beide zijden van de weg een dubbele rij eiken geplant. Rijkswaterstaat voert hier gefaseerd bermbeheer uit. Dit betekent dat bij het maaien altijd een strook blijft staan zodat de inheemse flora en fauna zoals vlinders, hommels en wilde bijen, zich kunnen ontwikkelen. Verder bracht de tocht ons nog langs ruige graslanden waar de flora en fauna alle ruimte krijgt. Ook zagen we hoe boeren onder begeleiding van de gemeente de stallen met beplanting zo veel mogelijk onttrekken aan het zicht. Dit geeft niet alleen een fraai natuurlijk beeld maar het is ook goed voor het welzijn van de dieren die nu immers vrij kunnen rondlopen tussen de beplanting. Bij een pluimvee boerderij zagen we hoe de kippen de schaduw opzochten. Het was voor mij weer een leerzame en sportieve middag.

Met de welstandscommissie op stap door Ede

Vrijdag 08 juni 2007

Een paar maanden geleden heeft de welstandscommissie de raad uitgenodigd om naar een paar objecten in Ede te kijken om een beeld te krijgen van hun werk. En op deze warme zwoele middag was het zo ver. Het “rondje Ede” stond op het programma. De welstandscommissie waakt over de kwaliteit van de woon en werkomgeving door te kijken naar de architectuur van panden, de openbare ruimte, het groenonderhoud in de omgeving, de verlichting en reclame uitingen. Uitgangspunt vormt de welstandsnota die door de gemeenteraad is vastgesteld. We begonnen met een wandeling door de Bospoort en daar werd aan de hand van praktijkvoorbeelden al meteen duidelijk waaraan de welstandscommissie de binnengekomen plannen toetst. Daarbij staat natuurlijk niet hun eigen smaak centraal maar wel regels voor bijvoorbeeld de maximale afmeting van een dakkapel, van reclameborden en van de goothoogte. En of de bouw past in de omgeving. Denk dan niet alleen aan de bouwstijl maar ook aan de gebruikte materialen. Omdat de goothoogte dus bepalend is voor de goedkeuring zie je voorbeelden waarbij de goothoogte wel in acht wordt genomen maar vervolgens is het dak buiten proporties hoog zodat er nog twee woonlagen in kunnen worden weggewerkt. Want de goothoogte is een beperkende factor maar vreemd genoeg de hoogte van het dak niet. En zo zoeken de architecten soms de grenzen van het bestemmingsplan. En dat allemaal om er zoveel mogelijk aan te verdienen. Er zijn overigens ook architectenbureaus die juist proberen om samen met de welstandscommissie tot een gezamenlijke gedragen oplossing te komen. Opvallend is dat er door de grotere winkelketens ook weer druk wordt uitgeoefend om onder de regels van de reclame uit te komen. Want als zij niet hun gang kunnen gaan dan trekken ze wel naar een andere stad. Daarna stapten we in de bus en gingen we via Ede zuid naar de Parkweg. Het plein voor het winkelcentrum is een voorbeeld van hoe het niet moet. Het oorspronkelijk idee was een ruimtelijk plein met veel doorkijk. Omdat de eigenaren van de supermarkten daar weinig boodschap aan hebben zijn de ramen en de muren dichtgeplakt met reclame. Ook het plein zelf mag wel wat meer worden opgefleurd. Ik denk dan aan wat bomen, bloemen en bijvoorbeeld een “jeu de boule” baan onder de bomen. Nu is het een stuk beton en niet echt aantrekkelijk. Daarna zijn we naar het Lunteren, Wekerom en Harskamp gegaan. Het buitengebied dus. Hier zagen we voorbeelden van verbouwde boerderijen die totaal niet in de omgeving passen. Het is dat de welstandscommissie toen nog niet kon ingrijpen want anders waren deze verbouwde boerderijen er nooit gekomen. Gelukkig zagen we af en toe ook nog een aantal geslaagde voorbeelden. Voor mij was het een erg leerzame middag. Jammer dat er zo weinig raadsleden waren. En aan de uitnodiging om een keer aanwezig te zijn bij een vergadering van de welstandscommissie zal ik zeker gehoor geven. De voorzitter van de welstandscommissie gaf aan dat zijn commissie graag eerder in het besluitvormingsproces betrokken wil worden. Dus bijvoorbeeld bij het vaststellen van het bestemmingsplan. En dan staat dus niet alleen de welstand centraal maar meer de ruimtelijke kwaliteit. Dat is een goed idee.

En toen belde de burgemeester

Dinsdag 17 april 2007

Onderweg naar Utrecht werd ik deze ochtend gebeld door de secretaresse van burgemeester Roel Robbertsen, “of ik even aan de lijn kon blijven want de burgemeester wilde mij spreken”. Nu komt dit wel vaker voor maar meestal is er dan wel wat aan de hand. In de luttele seconde tussen de vraag van de secretaresse en het gesprek met de burgemeester maalde mijn hersens over wat dat dan toch zou kunnen zijn. Maar voordat de meest verschrikkelijke gedachten bij mij opkwamen had ik de burgemeester al aan de lijn. Hij vertelde dat hij is voorgedragen door Provinciale Staten van Utrecht als Commissaris van de Koningin van die provincie. Een geweldige stap voor hem waar ik hem natuurlijk uitbundig voor heb gefeliciteerd. Ik ken Roel Robbertsen als een goed leider die ruimte geeft maar ook doelgericht is. Hij vertelde verguld te zijn want Utrecht is zijn geboorte provincie en hij heeft jarenlang voor Provinciale Staten gewerkt. En nu op deze wijze terugkomen is natuurlijk mooi. Voor Ede is het helaas minder mooi. We moeten op zoek naar een nieuwe burgemeester en dat zal nog wel een hele klus worden.

’s-Avonds was de commissie vergadering “Ruimtelijke Ordening”. Een korte agenda en na goed een uur stonden we alweer buiten. Toen hadden we al wel besloten over het verhogen van het strategisch plafond voor het fonds aankopen Grondzaken, de onteigeningsprocedure bestemmingsplan Concordia molen en het vaststellen van de partiele herziening van het bestemmingsplan Industrieterrein Maanderbuurt.

Archief



Rubrieken